DE WERELD VEROVEREN MET JE VRIENDEN (en je concurrenten)!

DE WERELD VEROVEREN MET JE VRIENDEN (en je concurrenten)!
De geschiedenis van Coca-Cola heeft mij altijd geïnspireerd omdat deze goed laat zien hoe samenwerken zich kan ontwikkelen en wat het kan opleveren. Ik had mij altijd voorgesteld dat het drankje was uitgevonden door een creatieve apotheker, die nog lang en gelukkig leefde toen zijn drankje onverwacht een succes werd. Ik had een beetje gelijk, want het drankje is inderdaad uitgevonden door een Amerikaanse apotheker, maar het wereldwijde succes heeft hij niet veroorzaakt, of zelfs maar meegemaakt.
Onder druk van een strenge alcoholwet ontwikkelde de Amerikaanse apotheker John Pemberton eind negentiende eeuw een niet-alcoholisch alternatief voor de door hem verkochte French Wine Coca. De zoete siroop sloeg aan. De suiker in combinatie met de kleine hoeveelheid cocaïne (een ingrediënt dat later is geschrapt) en cafeïne had schijnbaar een stimulerende werking op lichaam en geest.
De eerste grote stap was de verkoopdeal die de apotheker sloot met Willis E. Venable, de eigenaar van een lokale drogist. Venable verkocht op een dag een flesje Coca-Cola-siroop aan een klant met een kater. De man vroeg of Venable het ter plekke wilde mixen met sodawater. De man knapte er direct van op, wat Venable ervan overtuigde dat het drankje verkocht zou moeten worden als een recreational drink.
Apotheker Pemberton zag de kansen die dit bood en ging er verder op in. Gelukkig had hij net boekhouder Frank Robinson aangenomen, die zich ontpopte tot een marketinggenie. Robinson bedacht de eerste reclame-uitingen voor het nieuwe drankje, die het bekend maakte als dorstlesser en geestverfrisser.
Robinson bedacht bovendien de naam Coca-Cola. Die naam klinkt lekker, en verwees ook naar de cocabladeren en kolanoten, ingrediënten van het drankje, en stiekem suggereerden dat cocaïne een hoofdbestanddeel was.
Coca-Cola verkocht vervolgens goed, maar niet goed genoeg. Bovendien werd Pemberton ziek. Bezorgd over de toekomst verkocht hij zijn aandelen, maar het mocht niet baten. In de zomer van 1888 stierf hij arm en hij werd in een naamloos graf begraven.
Na zijn dood kocht aandeelhouder Candler zijn collega-financiers uit. Samen met boekhouder Robinson hield hij het bedrijf overeind, maar groot succes bleef uit.
Op een dag klopten Joseph Whitehead en Benjamin Franklin Thomas bij Candler aan. Thomas had als soldaat in Cuba kennisgemaakt met gebottelde frisdrank. Omdat Candler hier niet in geloofde, verkocht hij het recht om Coca-Cola te bottelen voor één dollar aan de zakenmannen. Die slaagden erin om de frisdrank in heel Amerika te verkopen door samen te werken met tientallen bottling franchisees.
Je zou een heel boek kunnen vullen met de samenwerkingsverbanden die hebben bijgedragen aan het succes van Coca-Cola, want er volgden nog tientallen andere belangrijke partnerships voordat het merk werd wat het vandaag is: een wereldmarktleider met een omzet van meer dan 46 miljard dollar, mede dankzij de verkoop van 1,7 miljard servings per dag.
Ik ben zo’n ondernemer die denkt: wat zij kunnen, dat kan ik ook. Als anderen succesvol kunnen zijn door samen te werken, dan kan ik mijn eigen doelen waarschijnlijk ook sneller bereiken door met anderen samen te werken.

THE BIG PICTURE

THE BIG PICTURE
Volgens mij omvat de taakomschrijving van een leider eigenlijk maar twee punten: het communiceren van de kernwaarden en het bewaken van het doel van een organisatie en de weg ernaartoe.
Meer dan ooit zitten organisaties in een chaotische omgeving. Financiële markten zijn chaotisch, er staan continu nieuwe concurrenten op, klanten lopen weg en komen weer terug: veranderingen volgen elkaar razendsnel op. Iedereen in de organisatie zwoegt om het moordende tempo bij te houden, om ‘te zien en te begrijpen wat er gebeurt’ en om binnen al deze veranderingen de juiste beslissingen te nemen. Door alle chaotische ontwikkelingen en de noodzaak om te presteren zijn de meeste medewerkers bezig met details.
Een ingenieur op de afdeling R&D is wekenlang bezig met het ontwikkelen van een manier om een autoraam geruisloos te laten openen en sluiten, een secretaresse is acht uur per dag druk met de dagelijkse beslommeringen op haar afdeling. Opgeslokt door hun gespecialiseerde werk zijn ze niet bewust bezig met de kernwaarden en het doel van hun organisatie.
Voor de CEO is de chaos niet minder. Werken als CEO lijkt op taxichauffeur zijn in New York. Je omgeving verkeert in een permanente staat van chaos. Je weet wel waar je heen moet, maar je hebt nog geen idee van de ideale route, want de stad is een chaos – altijd en overal. Overal kunnen opbrekingen, stoplichten of ongelukken opduiken. Je moet dus voortdurend kijken, voortdurend alert zijn, vooruitdenken, veel bijsturen en gedoseerd gas geven en afremmen. Je weet niet wat je gaat meemaken, in feite is elke rit anders. De route die je nu bedenkt, kan twee straten verderop plotseling geblokkeerd zijn.
Maar een taxichauffeur kan ondanks de chaos succesvol zijn omdat hij zijn doel kent: het adres dat zijn klant hem heeft opgegeven.
En op dezelfde manier kun je als CEO succesvol zijn: door je honderd procent te richten op je doel en de kernwaarden van je onderneming.
Voor een goede leider zijn het doel en de kernwaarden de enige zaken die tellen, hij is bezig met de big picture. Hij moet uiteraard wel geïnteresseerd zijn in de details, maar hij is primair bezig met uitleggen hoe elk puzzelstukje in het grote geheel past.
Voor ondernemingen die willen groeien, is een roerganger die zich focust op het doel en de kernwaarden nog veel belangrijker dan voor ondernemingen die tevreden zijn met de status-quo. Want hoe kun je groeien als je niet weet in welke richting je wilt groeien?
René